dinsdag 30 augustus 2011

Woorden die ik ooit schreef en nooit meer ga gebruiken.

Mijn leven begon op de dag dat de regen zo hard viel dat er op straat miniatuur rivieren ontstonden. Ik wil niet beweren dat ik op die dag geboren werd maar dat was wel de dag dat mijn leven begon. Vaak begint je leven veel later dan de dag dat je geboren wordt. Sommige mensen beginnen pas op de helft. Sommige mensen beginnen helemaal nooit. Ik begon wel. Mijn leven begon op de dag dat er miniatuur rivieren ontstonden op straat en op de dag dat het jongetje van de buren op een luchtbedje op die rivieren door de straten voer. Mijn leven begon op de dag dat de buurvrouw haar eeuwig geopende ramen sloot zodat de liedjes van Spinvis niet meer konden ontsnappen. Mijn leven begon op de dag dat ik voor het keukenraam zat en honderdduizend regendruppels zag vallen op het zorgvuldig gemaaide gras van onze achtertuin. Aan de telefoon sprak mijn moeder in haar beste Engels met een slechte uitspraak tegen mijn tante die sinds twee jaar in Schotland woonde en blijkbaar geen Nederlands meer kon spreken. Er was paniek in mijn moeders stem te horen. Mijn vader die elk moment thuis kon komen van zijn baantje als nachtbewaker bij het museum, was nog in de gelukkige waan dat alles oke was.

Mijn leven begon op de dag dat mijn zus besloot een eigen leven te beginnen en het mijne te verlaten. Ik was wakker geworden van een krakend stuk hout van mijn vloer. Ik hield mijn ogen gesloten en probeerde te doen alsof er niks aan de hand was. Misschien zou dat monster dan wel denken dat er niemand was en weer weg gaan. De voetstappen kwamen dichterbij en een aanraking op mijn wang volgde. Een zachte hand streek over mijn gezicht. Niet de hand van een eng harig monster met puntige tanden die zo je borstkas open rijten. Een zachte hand. Maar nog durfde ik mijn ogen niet te openen. Monsters kunnen zich ook vermommen. De voetstappen verwijderden zich weer van mijn bed en toen de deur dicht viel opende ik mijn ogen. Iemand liep zachtjes de trap af en toen hoorde ik de voordeur. Ik klom mijn bed uit en keek uit mijn raam. Daar liep Annabel met een grote rugzak. Ik hield mijn hand op het glas van het raam en hoopte dat ze nog om zou kijken, me zou zien en mee zou nemen in haar grote tas. Ik zou daar nu nog wel in passen. Maar ze keek niet om. Ze verdween de hoek om. Nog even zag ik door een paar niet zo heel dichtbegroeide bosjes hier en daar wat blonde plukken maar ineens was ze weg. En toen begon de regen.

woensdag 2 maart 2011

monoloog

De jongen zat voor een groot schilderij. Op het schilderij was een zwartharig meisje afgebeeld met een rood jurkje aan dat wapperde in de wind. Ze stond op een klif gelukkig te lachen met haar armen in de lucht alsof ze elk moment met de wind mee kon waaien. “Amelia, je bent kwijt.” De jongen zat in kleermakerszit voor het schilderij. “Sinds je op die boot stapte ben je niet meer teruggezien en nu ben je dus kwijt. En ik probeer je te zoeken maar hoe verwacht je dat ik je ooit kan vinden als ik mijn eigen sleutels niet eens kan vinden. Hoe kan ik dan jou vinden, midden op zee. Misschien wil je wel niet gevonden worden. Of misschien ben je met de wind meegevlogen maar werd je op een gegeven moment te zwaar dus liet de wind je vallen en verdronk je in de groenblauwe zee tussen de vissen. Als dat zo is hoop ik dat je blij bent, een feestje geeft en alle mensen uitnodigt van wie ooit gehouden werd. Het zou leuk zijn als Elvis dan komt met green appel Martini’s. Weet je nog die keer dat we dansten op muziek van Elvis? Het was in dat kleine kroegje en sluitingstijd was allang geweest maar wij stonden nog op de bar te dansen. We waren dronken van de groene appel Martini’s. De barman vond het allang best als we maar gewoon betaalden, hij had niks om voor naar huis te gaan. Wij hadden ook niks om voor naar huis te gaan omdat wij elkaar hadden en we alleen maar wilden zijn waar we allebei waren.” De jongen nam een adempauze en ging met zijn rug tegen het schilderij zitten. “Amelia, ik heb je gezocht maar de zee is te groot. Ik heb gekeken waar ik kijken kon maar de kans is groot dat als ik ergens ben waar jij bent geweest dat je dan allang weer weg bent. Op zee ben je nooit op de zelfde plaats. Je dobbert altijd ergens heen ook al zou je dat niet willen. De groenblauwe golven dragen je elke keer weer ergens anders heen vooral als je geen richting aan geeft. En jij bent het soort meisje dat nooit een richting aan geeft. Hoe dan ook, ik kan mijn portemonnee niet eens vinden laat staan de vrouw van wie ik houd.
En weet je, Amelia, ik heb een baantje gevonden. Omdat ik niks meer heb om voor thuis te blijven. En ik heb andere redenen gevonden om het huis uit te gaan. Omdat ik niet thuis wil zijn als jij daar niet bent. Ik heb vele manieren gevonden om mijn tijd te verdoen zonder dat ik die tijd nuttig besteed. Ik heb mensen gevonden die blijven, maar ook mensen die weggaan. Jij valt onder die laatste categorie. Dat had ik moeten weten de eerste keer dat je weg ging maar omdat je terug kwam zette ik je altijd weer bij de eerste categorie. Ik heb ook nieuwe manieren gevonden om oude leugens te vertellen. Leugens voor mensen die vragen stellen. ‘Amelia komt wel terug ze is gewoon weer een tijdje weg. Amelia is niet weg ze zit gewoon thuis maar ze is een beetje ziek.’ Natuurlijk gelooft niemand me. Want ze weten het allemaal. Amelia is kwijt, ergens op zee.”
De jongen stond op en keek het meisje op het schilderij recht aan. “Ik heb gewoon een plaats nodig waar ik heen kan gaan. Een plaats waar ik me kan verstoppen. Maar ik kan niet naar een plaats op zee. En Amelia weet je, als ik dit schilderij niet had, had ik zo geloofd dat je nooit echt bent geweest. Gewoon een verbeelding, een droom die tot leven kwam en waar ik te lang in bleef hangen omdat het de mooiste droom was die ik ooit had. Misschien lag ik wel in het ziekenhuis in een coma en droomde ik over jou. Misschien is dat nog steeds wel zo, ik sluit niks uit. Maar als ik wakker wordt en ik wil op zoek naar jou, op zoek naar mijn Amelia, en ik kom haar tegen hoe weet ik dan dat zij het is. En hoe weet ik dan zeker dat ze niet bij me weg gaat, dat ze niet net als jij kwijt raakt, kwijt op zee. En hoe verwacht ze dan dat ik haar terug kan vinden als ik niet eens mijn eigen sleutels kan vinden?”

donderdag 3 februari 2011

Diana mini en rose




Got myself a little treat.
Bought the diana mini en rose!
actually got it before christmas.
I love it, I really do. Look at the nice colors!

got a fuji instax mini 7s on the way now.
I'm way too obsessed with cameras.

maandag 24 januari 2011

Norway

So I havent been updating much lately.
But now I have to.
One of the first blogposts on this blog was about wheter or not I should go to Norway.
Just a couple of minutes ago I got an email from a family that would like me to come over for 3 months.
And I'm not gonna lie to you I was not doing well. But now I feel like I can take everything.
I am going to this great country, something new to do, something new to learn.
There are even Orkas there.
It cant be april soon enough for me.

maandag 3 januari 2011

zondag 2 januari 2011

Positive

First blog post of the year, and Let it be positive. For once ;-)
I had a great new years eve and the first days could not start better.

When I was home for the first time this year, I went for a walk and the sky was so clear I could see all stars. I talked to them. *not out loud. I don't want people to know I'm mental*Like in movies. [I like to think I am in a movie sometimes.] And I told them some things I have to do this year. And I will. Or try. No will.

And It will be a great year. Has to.
Will be.


And maybe by the end of the year my tumblr will be called; Happiest in stead of Loneliest.